• klatsj
vervoeging van
klatsjen

klatsj

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klatsjen
    • Ik klatsj. 
  2. gebiedende wijs van klatsjen
    • Klatsj! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klatsjen
    • Klatsj je?