• ka·ra·meli·seer
vervoeging van
karameliseren

karameliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karameliseren
    • Ik karameliseer. 
  2. gebiedende wijs van karameliseren
    • Karameliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karameliseren
    • Karameliseer je?