kameniert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·me·niert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kamenieren |
kameniert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kamenieren
- Jij kameniert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kamenieren
- Hij kameniert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kamenieren
- Kameniert!