Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·me·niert

Werkwoord

vervoeging van
kamenieren

kameniert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kamenieren
    • Jij kameniert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kamenieren
    • Hij kameniert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kamenieren
    • Kameniert!