kamenierde
- Geluid: kamenierde (hulp, bestand)
- ka·me·nier·de
vervoeging van |
---|
kamenieren |
kamenierde
- enkelvoud verleden tijd van kamenieren
- Ik kamenierde.
- Jij kamenierde.
- Hij, zij, het kamenierde.
- Ik kamenierde.
vervoeging van |
---|
kamenieren |
kamenierde