• in·ter·ro·geert
vervoeging van
interrogeren

interrogeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interrogeren
    • Jij interrogeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interrogeren
    • Hij interrogeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van interrogeren
    • Interrogeert!