inkleedde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·kleed·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inkleden |
inkleedde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inkleden
- ... dat ik inkleedde.
- ... dat jij inkleedde.
- ... dat hij, zij, het inkleedde.
- ... dat ik inkleedde.