Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Voorkeuren
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
implanteerden
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
implanteerden
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
im·plan·teer·den
Werkwoord
vervoeging van
implanteren
implanteerden
meervoud verleden tijd van
implanteren
Wij
implanteerden
.
Jullie
implanteerden
.
Zij
implanteerden
.