impacteerde
- Geluid: impacteerde (hulp, bestand)
- im·pac·teer·de
vervoeging van |
---|
impacteren |
impacteerde
- enkelvoud verleden tijd van impacteren
- Ik impacteerde.
- Jij impacteerde.
- Hij, zij, het impacteerde.
- Ik impacteerde.
- Het woord impacteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.