Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·ven

Zelfstandig naamwoord

de hevenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord heef


Noors

Woordafbreking
  • he·ven
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

heven, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van hev


Nynorsk

Woordafbreking
  • he·ven

Zelfstandig naamwoord

heven, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van hev