herstemt
- her·stemt
vervoeging van |
---|
herstemmen |
herstemt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herstemmen
- Jij herstemt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herstemmen
- Hij herstemt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herstemmen
- Herstemt!