• hers·ka
Naar frequentie > 50000

herska

  1. verleden tijd van herske
  2. voltooid deelwoord van herske


  • hers·ka

herska

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast herske, zie aldaar

herska

  1. verleden tijd van herska
  2. voltooid deelwoord van herska

herska

  1. gebiedende wijs van herska

herska

  1. verleden tijd van herske
  2. voltooid deelwoord van herske

herska

  1. gebiedende wijs van herske