Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·de·fi·ni·eer·de

Werkwoord

vervoeging van
herdefiniëren

herdefinieerde

  1. enkelvoud verleden tijd van herdefiniëren
    • Ik herdefinieerde. 
    • Jij herdefinieerde. 
    • Hij, zij, het herdefinieerde.