herbronde
- her·bron·de
vervoeging van |
---|
herbronnen |
herbronde
- enkelvoud verleden tijd van herbronnen
- Ik herbronde.
- Jij herbronde.
- Hij, zij, het herbronde.
- Ik herbronde.
- Het woord herbronde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.