• her·bindt
vervoeging van
herbinden

herbindt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbinden
    • Jij herbindt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbinden
    • Hij herbindt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herbinden
    • Herbindt!