handt
- handt
vervoeging van |
---|
handen |
handt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handen
- Jij handt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handen
- Hij handt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van handen
- Handt!
- Het woord handt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.