handden
- hand·den
vervoeging van |
---|
handen |
handden
- meervoud verleden tijd van handen
- Wij handden.
- Jullie handden.
- Zij handden.
- Wij handden.
- Het woord handden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
handen |
handden