Deens

Woordafbreking
  • halv·par·ten

Zelfstandig naamwoord

halvparten, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van halvpart


Noors

Woordafbreking
  • halv·par·ten

Zelfstandig naamwoord

halvparten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van halvpart


Nynorsk

Woordafbreking
  • halv·par·ten

Zelfstandig naamwoord

halvparten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van halvpart