• høf·li·ge
Naar frequentie 13165

høflige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van høflig

høflige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van høflig


høflige

  1. verouderde spelling of vorm van høflege tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van høflig