• hän·ger
Naar frequentie 1103

hänger

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hänga
    «Det är många skattefrågor som hänger i luften just nu.»
    Er zijn veel fiscale kwesties die in de lucht hangen.

hänger

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hänge