Deens

Woordafbreking
  • gui·der
Naar frequentie 22204

Werkwoord

guider

  1. tegenwoordige tijd van guide

Zelfstandig naamwoord

guider, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van guide


Noors

Woordafbreking
  • gui·der
Naar frequentie 36896

Werkwoord

guider

  1. tegenwoordige tijd van guide

Zelfstandig naamwoord

guider, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van guide