Deens

Woordafbreking
  • gris·ke
Naar frequentie 46435

Bijvoeglijk naamwoord

griske, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van grisk

griske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van grisk


Noors

Woordafbreking
  • gris·ke
Naar frequentie 42988

Bijvoeglijk naamwoord

griske, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van grisk

griske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van grisk


Nynorsk

Woordafbreking
  • gris·ke

Bijvoeglijk naamwoord

griske, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van grisk

griske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van grisk