gelijkloopt
- Geluid: gelijkloopt (hulp, bestand)
- ge·lijk·loopt
vervoeging van |
---|
gelijklopen |
gelijkloopt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijklopen
- ... dat jij gelijkloopt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijklopen
- ... dat hij gelijkloopt.