gelegenheidscoalitietje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·le·gen·heids·co·a·li·tie·tje

Zelfstandig naamwoord

het gelegenheidscoalitietjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gelegenheidscoalitie