gangstien
- gang·sti·en
gangstien, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gangsti
- gang·sti·en
gangstien m
- (bijvorm) bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gangsti
- (hoofdvorm) gangstigen
- (hoofdvorm) gongestigen
- (bijvorm) gongestien
gangstien, m
gangstien m