enkelvoud meervoud
frontier frontiers

frontier

  1. grens van de beschaafde wereld met de wildernis, onbetreden gebied
    «Alaska is America's last frontier
    Alaska is Amerika's laatste grens met de wildernis.
  2. overdrachtelijk een onbetreden, nieuw gebied
    «This is a new frontier in science.»
    Dit is een nieuw onbetreden gebied in de wetenschap.