Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·nan·ciert

Werkwoord

vervoeging van
financieren

financiert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van financieren
    • Jij financiert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van financieren
    • Hij financiert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van financieren
    • Financiert!