• fat·ti·ge

fattige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van fattig


  • fat·ti·ge
Naar frequentie 3999

fattige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van fattig

fattige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van fattig


  • fat·ti·ge

fattige, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van fattig

fattige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van fattig