vervoeging van
engrandecer

engrandezca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van engrandecer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van engrandecer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van engrandecer