vervoeging van
enajenar

enajenara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enajenar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enajenar
vervoeging van
enajenarse

enajenara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enajenarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enajenarse