dulcifique
vervoeging van |
---|
dulcificar |
dulcifique
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificar
vervoeging van |
---|
dulcificarse |
dulcifique
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificarse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificarse