vervoeging van
dulcificar

dulcifique

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificar
vervoeging van
dulcificarse

dulcifique

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dulcificarse