droogstonden
- droog·ston·den
vervoeging van |
---|
droogstaan |
droogstonden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van droogstaan
- ...dat wij droogstonden.
- ...dat jullie droogstonden.
- ...dat zij droogstonden.
- ...dat wij droogstonden.
vervoeging van |
---|
droogstaan |
droogstonden