digitalers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  digitalers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• di·gi·ta·lers

Bijvoeglijk naamwoord

digitalers

1. partitief van de vergrotende trap van digitaal

   • Dat is iets digitalers... 

Gangbaarheid

• Het woord digitalers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.