Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dicht·naai·den

Werkwoord

vervoeging van
dichtnaaien

dichtnaaiden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van dichtnaaien
    • ...dat wij dichtnaaiden. 
    • ...dat jullie dichtnaaiden. 
    • ...dat zij dichtnaaiden.