vervoeging van
desembarcar

desembarque

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcar
vervoeging van
desembarcarse

desembarque

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcarse