desembarque
vervoeging van |
---|
desembarcar |
desembarque
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcar
vervoeging van |
---|
desembarcarse |
desembarque
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcarse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcarse