vervoeging van
desembarcar

desembarquéis

  1. aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcar
vervoeging van
desembarcarse

desembarquéis

  1. aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desembarcarse