Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·com·pi·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
decompileren

decompileerden

  1. meervoud verleden tijd van decompileren
    • Wij decompileerden. 
    • Jullie decompileerden. 
    • Zij decompileerden.