debuteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: debuteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·bu·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
debuteren |
debuteerden
- meervoud verleden tijd van debuteren
- Wij debuteerden.
- Jullie debuteerden.
- Zij debuteerden.
- Wij debuteerden.
- ▸ Als áspirant'was het heel goed mogelijk dat Harald als ooggetuige aanwezig had moeten zijn wanneer oudere kameraden debuteerden.[1]
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691