Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • danst

Werkwoord

vervoeging van
dansen

danst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dansen
    • Jij danst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dansen
    • Hij danst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dansen
    • Danst!