dagdroomden
- Geluid: dagdroomden (hulp, bestand)
- dag·droom·den
vervoeging van |
---|
dagdromen |
dagdroomden
- meervoud verleden tijd van dagdromen
- Wij dagdroomden.
- Jullie dagdroomden.
- Zij dagdroomden.
- Wij dagdroomden.
- Het woord dagdroomden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.