vervoeging van
convenir

convenga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van convenir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van convenir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van convenir