compare

  1. vergelijken


vervoeging van
comparer

compare

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van comparer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van comparer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van comparer


vervoeging van
comparar

compare

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van comparar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van comparar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van comparar