carboniseer
- Geluid: carboniseer (hulp, bestand)
- car·bo·ni·seer
vervoeging van |
---|
carboniseren |
carboniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carboniseren
- Ik carboniseer.
- gebiedende wijs van carboniseren
- Carboniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carboniseren
- Carboniseer je?