Deens

Woordafbreking
  • cam·ping·vog·nen

Zelfstandig naamwoord

campingvognen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van campingvogn


Noors

Woordafbreking
  • cam·ping·vog·nen
Naar frequentie 34617

Zelfstandig naamwoord

campingvognen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van campingvogn
Schrijfwijzen