vervoeging van
calculer

calcule

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van calculer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van calculer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van calculer


vervoeging van
calcular

calcule

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calcular
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calcular
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calcular