buuk
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
buuk
- (anatomie) buik; het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
Veluws
Zelfstandig naamwoord
buuk
- (anatomie) buik; het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
West-Vlaams
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Middelnederlandse buuc
Zelfstandig naamwoord
buuk
- (anatomie) buik; het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
Zeeuws
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Middelnederlandse buuc
Zelfstandig naamwoord
buuk