bleef dicht
- Geluid: bleef dicht (hulp, bestand)
- bleef dicht
vervoeging van |
---|
dichtblijven |
bleef dicht
- enkelvoud verleden tijd van dichtblijven
- Ik bleef dicht.
- Jij bleef dicht.
- Hij, zij, het bleef dicht.
- Ik bleef dicht.
vervoeging van |
---|
dichtblijven |
bleef dicht