bis-kleinetertstoonladdertje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bis-klei·ne·terts·toon·lad·der·tje

Zelfstandig naamwoord

het bis-kleinetertstoonladdertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bis-kleinetertstoonladder