binnensmokkelt
- bin·nen·smok·kelt
vervoeging van |
---|
binnensmokkelen |
binnensmokkelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnensmokkelen
- ... dat jij binnensmokkelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnensmokkelen
- ... dat hij binnensmokkelt.