bezwaddert
- Geluid: bezwaddert (hulp, bestand)
- be·zwad·dert
vervoeging van |
---|
bezwadderen |
bezwaddert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwadderen
- Jij bezwaddert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwadderen
- Hij bezwaddert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezwadderen
- Bezwaddert!