bezwadderden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bezwadderden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·zwad·der·den

Werkwoord

vervoeging van
bezwadderen

bezwadderden

1. meervoud verleden tijd van bezwadderen
   

   • Wij bezwadderden. 
     
   • Jullie bezwadderden. 
     
   • Zij bezwadderden. 

Gangbaarheid

• Het woord bezwadderden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.